De WOZ-waarde vertegenwoordigt de geschatte waarde van een woning en staat ook wel voor ‘Waardering Onroerende Zaken’. Op basis van deze WOZ-waarde worden diverse heffingen en belastingen vastgesteld. Voor een huurwoning beïnvloedt de WOZ-waarde mede de hoogte van de huur. Andere belastingen die worden bepaald aan de hand van de WOZ-waarde zijn onder andere de inkomstenbelasting en de erfbelasting.
De WOZ-waarde loopt een jaar achter op de huidige situatie en is daarom niet hetzelfde als de marktwaarde. Dit is zodat de belastingen en heffingen berekend kunnen worden over het afgelopen jaar.
Bij de waardebepaling van je woning wordt er rekening gehouden met twee waarderingsvoorschriften die vastgesteld zijn in artikel 17 van de wet WOZ. De twee waardebepalingen zijn de overdrachtsfictie en de verkrijgingsfictie.
De overdrachtsfictie stelt dat er bij de WOZ waardebepaling geen rekening wordt gehouden met erfpacht. Erfpacht kan de marktwaarde van een huis verlagen, en dit is de reden dat bij de WOZ waardebepaling er gedaan wordt alsof het erfpacht niet bestaat.
De verkrijgingsfictie stelt dat er bij de WOZ waardebepaling geen rekening wordt gehouden met of er op dat moment bewoners zijn van de woning. Als een woning op de markt komt kan de woning minder waard zijn wanneer er geen huidige bewoners zijn. Dit is de reden dat bij de WOZ-waarde bewoners buiten beschouwing worden gehouden.
Er worden een paar belastingen gebaseerd op de hoogte van de WOZ-waarde. Er zijn een aantal organisaties die de WOZ-waarde gebruiken voor hun belastingen en heffingen, dit zijn de gemeente, de belastingdienst en de waterschappen.
De gemeente gebruikt de WOZ-waarde voor:
De belastingdienst gebruikt de WOZ-waarde voor:
Waterschappen gebruikt de WOZ-waarde voor: